
In de wet- en regelgeving voor de jaarrekening worden hier en daar specifieke percentages genoemd. Sommige zijn meer bekend dan andere. Soms is een percentage slechts richtinggevend, soms is het een hard criterium. Dit keer heb ik voor deze rubriek een quiz gemaakt. Kent u uw percentages?
Hierna noem ik een aantal percentages. Voordat u daarna verder leest, bedenkt u of u weet waar die percentages mee te maken hebben. Sommige komen op meerdere plaatsen terug. Anderzijds is een van deze percentages niet meer relevant. De percentages zijn: 1%, 5%, 10%, 15%, 20%, 30%, 50% (‘de helft’), 75%, 80%, 90%, 100% (‘geheel’) en 125%.
Tot en met 10 procent
De percentages van tien en lager vinden we terug in de richtlijnen over materialiteit, RJ 115 over de criteria voor vermelding. Indien een post groter is dan vijf procent van de balanstelling of toegevoegde waarde, of groter is dan tien procent van de rubriek waartoe hij behoort, wordt aanbevolen de post afzonderlijk te vermelden. Een balanspost die kleiner is dan een procent van de balanstelling, kan veelal worden samengevoegd met andere posten.
Lees ook: AFM: voer dialoog met accountant over materialiteit in jaarrekening
Twintig procent
Bij de verwerking van kapitaalbelangen komt twintig procent op drie plekken terug. Allereerst geldt bij het vaststellen of een kapitaal een deelneming is een wettelijk vermoeden als het aandelenbelang boven dit percentage komt. Vervolgens geldt wederom een wettelijk vermoeden dat bij een zeggenschap vanaf dat percentage invloed van betekenis bestaat, leidend tot tegen waardering tegen nettovermogenswaarde. Bij de toelichting rond kapitaalbelangen geldt dit percentage als een harde grens (dus hier geen vermoeden) waarboven specifieke informatie per kapitaalbelang moet worden vermeld. Bij deze categorie van toelichting geldt dat de gegevens van individuele kapitaalbelangen mogen worden samengevoegd als ze niet meer dan vijftien procent van het balanstotaal bedragen. Daarnaast geldt een vrijstelling als minder dan de helft van het kapitaal van de maatschappij voor rekening van de rechtspersoon wordt verschaft en de maatschappij wettig haar balans niet openbaar maakt.
Lees ook: Kan met continuous auditing de jaarrekening bij het grof vuil?
Ten minste tien procent
Bij een wijziging in contractvoorwaarden van een lening schrijft IFRS voor dat dit als het aangaan van een nieuwe lening moet worden verwerkt als de wijziging significant is. Daarbij geeft IFRS aan dat dit in ieder geval significant is als de contante waarde van de resterende kasstromen van de lening met meer dan tien procent verandert.
In de Nederlandse wet geldt dat de vrijstelling van tussenconsolidatie niet geldt als door houders van ten minste een tiende van het geplaatste kapitaal daartegen schriftelijk bezwaar heeft gemaakt.
(Ten minste) vijftig procent
Het hebben van meer dan de helft van de zeggenschap is de afbakening van het al of niet zijn van een dochtermaatschappij. Als een onderneming in wezen voor meer dan de helft het economische risico loopt met betrekking tot een maatschappij, dan is dat volgens de RJ in het kader van consolidatie een indicatie van beleidsbepalende invloed. En een stichting of vereniging met commerciële activiteiten valt onder Titel 9 BW 2 indien de omzet meer dan de helft bedraagt van het omzetcriterium van kleine rechtspersonen.
Bij vijftig procent wordt ook vaak gedacht aan het begrip ‘waarschijnlijk’, zijnde een kans groter dan vijftig procent. Dat is inderdaad de gangbare interpretatie, maar staat nergens nadrukkelijk in de RJ.
Lees ook: IFRS kondigt nieuwe regels aan
Vijfenzeventig en negentig procent
Bij de classificatie van leases als operationeel of financieel wordt onder andere gekeken naar de duur van de leaseperiode en in hoeverre de leasebetalingen tenderen naar de waarde van het actief bij aanvang van de lease. Daarbij worden percentages van vijfenzeventig respectievelijk negentig genoemd. De RJ noemt die percentages ‘indicatief’, maar in de praktijk lijken ze toch als harde grenzen te worden beschouwd.
Honderd procent
Het percentage van honderd procent komen we gelukkig in de praktijk niet vaak tegen. Dit percentage heeft betrekking op de cumulatieve inflatie over een periode van drie jaar. Bij een overschrijding daarvan is sprake van hyperinflatie. In de jaarrekening worden dan niet-monetaire posten als het ware geherwaardeerd naar bedragen van gelijkblijvende koopkracht. In Nederlandse jaarrekeningen kom je dit hooguit tegen voor de verwerking van deelnemingen in landen zoals Venezuela, Argentinië en Iran. Honderd procent in de betekenis van ‘geheel’ komen we tegen bij een wettelijke vrijstelling voor het vermelden van transacties tussen verbonden partijen binnen een groep. Die hoeven niet te worden vermeld als dochtermaatschappijen die partij zijn bij de transactie geheel in eigendom zijn van een of meer leden van de groep.
Lees ook: IFRS: Hoe verwerkt u overnames onder gemeenschappelijke leiding?
Vijf, tien, tachtig tot honderdvijfentwintig procent
Kenners van de verzekeringsbranche zullen mogelijk de volgende percentages herkennen. De wet hanteert in afdeling 15 van Titel 9 BW2 voor bepaalde toelichtingen bij verzekeringsmaatschappijen materialiteitsgrenzen van vijf (althans een-twintigste) en tien procent. Daarnaast kunnen alleen nog verzekeringsmaatschappijen gebruikmaken van IAS 39 waarin voor hedge accounting een toegestane bandbreedte van tachtig tot honderdvijfentwintig procent geldt voor de effectiviteit van een afdekkingsrelatie.
Dertig procent
Tot slot, het percentage dat niet meer van belang is, is dertig procent. Voorheen gold dit als maatstaf voor een evenredige man-vrouwverdeling in het bestuur, hetgeen beschreven moest worden in het bestuursverslag. Deze wetsbepaling is inmiddels vervallen. Voor boekjaar 2022 lijkt een vergelijkbare bepaling opnieuw te worden ingevoerd, maar daarin wordt dit percentage niet meer genoemd.
Auteur: dr. Bart Kamp RA
Dit artikel is verschenen in Controllers Magazine 2022, afl. 01.
Lees ook
RJ wil snelle invoering van IFRS 17
Wie zit er straks nog op een jaarrekening te wachten?