
Het tekort aan accountants vraagt om modernisering van het partnermodel. Dat schetst ING in een onderzoek naar de accountancysector. Daarbij komt dat de animo onder twintigers minder groot is om partner te worden. Ook concludeert de bank dat het partnermodel in de accountancysector onder druk staat door vergrijzing en personeelstekort.
Ook in de accountancy is sprake van een veranderende wereld. Jonge accountants willen niet eerst jarenlang ‘buffelen’ voordat ze partner kunnen worden. Ze hechten meer belang aan een betere balans tussen werk en privé, afwisselend werk en meer autonomie. Om in de toekomst aantrekkelijk te blijven als organisatie voor het aantrekken en vasthouden van nieuw talent is modernisering van het partnermodel nodig.
Personeel binden met het partnermodel
In de specialistische zakelijke dienstverlening, waar onder meer accountants, advocaten en consultants onder vallen, is het partnermodel als organisatiestructuur zeer gebruikelijk. In deze kennisintensieve sectoren, waar werknemers vanwege hun vaktechnische expertise een strategische factor vormen, zorgt het partnermodel er voor personeel voor langere tijd aan de organisatie te binden. De belangrijkste kenmerken van het partnermodel zijn de ‘meester-gezelrelatie’ en het competitieve ‘up-or-out-systeem’.

Aandeel partners in vijf jaar afgenomen
Het ‘up-or-out-systeem’ is ook meteen de grootste valkuil van het model: door het piramidemodel kan slechts een klein deel de top bereiken. Dit heeft tot gevolg dat er een hoog verloop is onder de werknemers die het niet tot partner schoppen. Uit de jaarverslagen van de Big Four blijkt dat de functie van partner gemiddeld genomen voor 5% van de werknemers is weggelegd. In de afgelopen vijf jaar is het aandeel partners op het totaal aantal werknemers licht afgenomen, van gemiddeld 5,5% in 2017 naar 4,8% in 2021.
Lees ook: Beleggers uiten kritiek op accountantscontroles
Alternatieven voor het partnermodel
Niet iedere accountantsorganisatie hanteert het partnermodel als organisatiestructuur. Verschillende kantoren maken gebruik van een afgeleide variant of van alternatieve structuurmodellen, zoals variabele beloning en de participatieregeling. Bij de laatste zijn de accountants in loondienst en ligt de zeggenschap bij een stichting.

Accountancy is een vergrijzende sector
Onder accountants neemt de vergrijzing toe. In 2020 was bijna de helft van de accountants 45 jaar of ouder. Dit loopt de komende jaren verder op. Het aandeel “jongere” accountants (tot 45 jaar) is in tien jaar tijd gedaald van 64% naar 55%. Vanwege de vergrijzing in de sector is de aanwas van nieuwe accountants cruciaal voor de continuïteit van veel accountantsorganisaties. Het partnermodel is immers niet houdbaar als er geen instroom meer is van jongeren, die nodig zijn om de oudere partners uit te kopen.

Ook bij accountants woedt de strijd om talent
Aan verse aanwas van accountants is een gebrek. De personeelsschaarste zorgt bij één op de vier accountantsorganisaties voor een rem op de groei, zo blijkt uit de meest recente CBS-Conjunctuurenquête. De sector kampt al langere tijd met personeelstekorten. Het tekort aan accountants komt onder meer door een lagere instroom van studenten naar de opleiding en een uitstroom van ervaren accountants naar het bedrijfsleven. Was er eerst alleen sprake van een tekort in de controlepraktijk, inmiddels speelt dit ook in de samenstel- en de adviespraktijk. Er is met name een tekort aan accountants met drie tot vijf jaar ervaring.
Lees ook: Accountancybranche voorziet gematigde groei in 2022
Huidige tijdgeest vraagt om verandering
Waar voorheen het partnermodel het middel was om personeel aan te trekken en te binden, is dat nu niet langer het geval. Ook in de accountancysector is sprake van een veranderende wereld:
1. Nieuwe generatie stelt andere eisen
Uit verschillende interviews blijkt dat er onder accountants in de leeftijd van 30 tot 35 jaar nog voldoende ambitie is om partner te worden en bij voorkeur zo snel mogelijk. Bij de twintigers is daarentegen een verschuiving zichtbaar en is de animo minder groot om partner te worden. Twintigers van nu vinden andere zaken in hun werk belangrijker dan de status en/of de financiële prikkel van het partnerschap. Zo hebben ze meer behoefte aan een betere balans tussen werk en privé, waardoor veelal jongere accountants minder bereid zijn om veel uren te draaien. Uit onderzoek van NBA Young Professionals blijkt dat het ontbreken van deze balans een belangrijke reden is om de sector te verlaten. Daarnaast willen jongeren meer afwisseling in de werkzaamheden en zich niet voor een te lange tijd aan één organisatie verbinden.

2. Toename aantal zzp’ers onder accountants
Ook onder accountants groeit de behoefte aan meer zelfstandigheid. Uit een enquête van The Accountables onder studenten accountancy blijkt dat bijna de helft een carrière als zelfstandig accountant wel ziet zitten. In plaats van veel uren maken om uiteindelijk partner te kunnen worden, kiest een deel van de accountants voor meer vrijheid en autonomie door zelf een klantportefeuille op te bouwen en opdrachten binnen te halen. Het aantal zzp’ers onder accountants is in tien jaar tijd dan ook met bijna 40% toegenomen. Naar verwachting zal dit aantal de komende jaren verder toenemen.

3. Minder dan twee op de tien partners is vrouw
Vanuit de maatschappij komt de laatste jaren meer aandacht voor diversiteit binnen bedrijven. Zo werd vorig jaar een wettelijk vrouwenquotum voor beursgenoteerde bedrijven ingevoerd. Gemiddeld genomen zijn mannen nog altijd oververtegenwoordigd binnen de accountancysector, al is er wel enige vooruitgang zichtbaar. De verhouding ligt nu op circa 60% mannen en 40% vrouwen op de werkvloer. Dit geldt echter niet voor de partners, waar vrouwen nog altijd sterk zijn ondervertegenwoordigd. Bij de Big Four is minder dan twee op de tien partners vrouw. Dit komt onder meer doordat vooral vrouwen waarde hechten aan een goede balans tussen werk en privé, wat veelal niet samen gaat met de lange werkdagen als partner. Daardoor hebben ze in het huidige partnermodel vrijwel geen kans om door te groeien tot de top en verlaten ze vroegtijdig het bedrijf. Hoewel het bij meerdere accountantsorganisaties inmiddels mogelijk is om als partner parttime te werken, geldt dit nog altijd niet voor een beginnend partner die een eigen team en portefeuille moet opbouwen.

4. Horizontale in plaats van verticale groei
Dankzij nieuwe technologieën, zoals data-analyse, worden de werkzaamheden van accountantsorganisaties steeds breder. Dit zorgt voor meer vraag naar toch al schaarse data- en IT-specialisten. Voor het aantrekken van externe specialisten is het traditionele partnermodel minder interessant omdat dat grotendeels is gebaseerd op verticale groei binnen de accountancy naar de top. In plaats van verticale groei zijn zij, vanwege hun specialistische kennis, veelal meer geïnteresseerd in horizontale groei, waarbij zij hun kennis verder verdiepen.
Lees ook: Doorbraak vicieuze cirkel nodig voor toekomst accountancysector
5. Hoge inkoopprijs partners vormt groter risico
Om partner te worden, moet je je inkopen bij de accountantsorganisatie. De inkoopwaarde is gebaseerd op de goodwill, bestaande uit de waarde van het aandeel in het bedrijf. Jongeren willen zich veelal niet meer in de schulden steken om zich in te kopen in een partnerschap. Wie is nog bereid om op jonge leeftijd een zeer hoge inkoop te betalen voor iets wat goodwill betreft? Dat kan als een molensteen om je nek hangen.
6. Investeren is knelpunt
In het traditionele partnermodel lopen de geldstromen, zijnde de winst, naar de top in plaats van dat het in het bedrijf wordt geïnvesteerd voor innovatie en kwaliteitsverbetering. Bovendien leiden investeringen mogelijk tot wrijving tussen jongere partners, die willen investeren in toekomstige groei, en (bijna) uittredende partners die voor winstmaximalisatie van het eigen belang gaan. Voor partners die vlak voor hun uittreding zitten vertalen de investeringen in innovatie zich op korte termijn niet direct in hogere winstuitkeringen. Zij hebben daar dus weinig tot geen belang bij.
Om jongeren bijvoorbeeld aan boord te houden moeten accountantsorganisaties ze iets anders bieden dan alleen het partnerschapstraject
ING in het onderzoek
Van ‘one size fits all’ naar meer maatwerk
In deze veranderende wereld is het noodzakelijk om over te stappen naar een modernere organisatiestructuur met meer maatwerk dan nu het geval is. Om jongeren bijvoorbeeld aan boord te houden moeten accountantsorganisaties ze iets anders bieden dan alleen het partnerschapstraject. De nieuwe lichting accountants, de twintigers, willen meestal niet eerst meer jarenlang ‘buffelen’ voordat ze partner kunnen worden en in aanmerking komen voor de interessante opdrachten. Door meer maatwerk te leveren ontstaan verschillende afgeleide vormen van het partnermodel. In de afgelopen jaren is er dan ook al het één en ander in het organisatiemodel gewijzigd, zoals certificaathouders die recht hebben op winstdeling, werknemers met beperkt stemrecht en pre-partnertrajecten, waarbij jongeren al in een vroeg stadium kunnen meedenken over de koers van de organisatie en eventueel ook al meedelen in de winst. Uiteindelijk moet dit zorgen voor meer binding met het bedrijf en een minder hoog verloop.
Onderscheiden op arbeidsvoorwaarden
Maar er is meer nodig dan aanpassingen in het traditionele partnermodel om de jongste generatie en zeker om specifieke specialisten, zoals data-analisten en IT-specialisten, over de streep te trekken en voor langere tijd aan het bedrijf te binden. Zo wordt employer branding steeds belangrijker, waarbij bedrijven zich onderscheiden op het gebied van arbeidsvoorwaarden om talent aan te trekken. Dit geldt zeker voor de kleinere accountantsorganisaties. Zij kunnen qua salarissen vaak niet opbieden tegen de grotere kantoren en moeten zich op andere gebieden onderscheiden. Dit kan onder meer door te zorgen voor een betere balans tussen werk en privé, het bieden van meer autonomie en variatie in de werkzaamheden, of door zich te richten op een bepaalde nichemarkt.
Lees ook: AFM: voer dialoog met accountant over materialiteit in jaarrekening
Instroom belangrijk voor continuïteit
Uiteindelijk is het bieden van maatwerk nodig zodat accountantsorganisaties naar de toekomst toe een aantrekkelijke werkgever blijven en daarmee de continuïteit wordt gegarandeerd. Immers, zolang de instroom van jonge accountants goed is, hoeft de uitstroom van partners geen problemen op te leveren. Voor kantoren die alles bij het oude laten geldt dat deze het op termijn moeilijk zullen krijgen vanwege een gebrek aan nieuwe instroom. Zeker in de huidige krappe arbeidsmarkt.
Lees ook
Onderzoek: model met twee accountants verbetert controle niet
ING verwacht problemen door tekort aan accountants