
Digitalisering is enkele decennia gaande, maar is sinds de COVID-19-uitbraak in een versnelling gekomen. Steeds meer en steeds vaker wordt digitaal zaken gedaan. Vaak gebeurt dit door middel van een onlineplatform, dat digitaal vraag en aanbod op elkaar afstemt door middel van slimme algoritmen. Bekende voorbeelden uit de platformeconomie zijn Booking.com, Airbnb, Spotify, Netflix, Marktplaats.nl, en ga zo maar door.
De platformeconomie biedt kansen voor economische ontwikkeling, creëert een ‘nieuwe’ markt voor bepaalde gebruikers, en geeft vaak extra comfort voor consumenten. Tegelijkertijd worden steeds vaker vraagtekens geplaatst bij de macht en dominantie van bepaalde platformen, en de (on)mogelijkheid om op een juiste wijze toezicht te houden. Eind 2020 heeft de Europese Commissie dan ook een voorstel ingediend om aanwezige wetgeving aan te passen en zo enerzijds consumenten beter te beschermen tegen het gebruik van persoonlijke gegevens en anderzijds de dominante rol van grote platformen enigszins in de hand houden. Op 20 januari 2022 heeft het Europees Parlement dit goedgekeurd, en is de weg vrij voor nadere uitwerking.
Kracht van platformeconomieën
De opkomst en de impact van de platformeconomie is groot en houdt de gemoederen bezig. In 2018 concludeerde ING naar aanleiding van een door haar verrichte scenario-analyse dat de platformeconomie mogelijk zou kunnen leiden tot een miljoen extra zzp’ers. Veelal wordt gezegd dat platformen zich onderscheiden van andere partijen doordat zij in staat zijn een markt te creëren die er eerst niet was of die veel kleiner was. Ook zou een platformeconomie in staat zijn om de transactiekosten te beperken en te verleggen naar de gebruikers, dan wel naar zichzelf. Deze eigenschappen bevorderen de snelheid waarmee een platformeconomie zich kan aanpassen en een totaal andere markt kan aanboren.
Het platform ligt er al waardoor een uitbreiding of wijziging naar een andere sector relatief eenvoudig mogelijk is. Denk bijvoorbeeld aan Uber dat naast personenvervoer nu ook actief is in de maaltijdbezorging. Schaalvoordeel in de zin van veel internetverkeer is hierbij essentieel voor elk platform. De beschikbare data helpen zowel de verbetering van de dienstverlening op het eigen platform, alsook op het gebied van (gerichte) advertentiemogelijkheden. Veelal leiden meer data tot meer inkomsten, waardoor platformen er alles aan gelegen is om de gebruiksvriendelijkheid van het platform te verbeteren om zo meer gebruikers (en dus data) te genereren.
De kritische noot
Voornamelijk consumenten zien de opkomst van de platformeconomie als een positieve ontwikkeling. Desondanks worden ook kritische kanttekeningen geplaatst bij de macht van bepaalde platformen. In een in 2020 verschenen rapport concludeerde het Amerikaanse Congres dat ‘techreuzen’ zowel de concurrentie als de democratie bedreigen, en roept daarom op tot het nemen van vergaande maatregelen. De New York Times kopte eveneens in 2020 dat gekeken moet worden naar het reorganiseren van onder andere Apple, Amazon, Google en Facebook, gelet op de marktpositie van deze bedrijven. Machtsmisbruik ligt op de loer: simpele voorbeelden die kunnen kwalificeren als machtsmisbruik zijn bijvoorbeeld:
- het bevoordelen van eigen diensten/goederen (qua prijs of zoekresultaat) boven concurrerende diensten/goederen,
- (de zogenaamde ‘koppelverkopen’ waarbij eigen producten (bijna) gratis worden meegeleverd bij een bepaalde bestelling, of
- een verbod voor aanbieders om elders het product (goedkoper) aan te bieden.
Ook heeft een platform de macht om de toegang tot en het gebruik van het platform te reguleren, en zou dus in staat zijn om ‘strategisch’ bepaalde partijen het gebruik te ontzeggen. Tot slot worden er kritische kanttekeningen geplaatst bij de hoeveelheid persoonsgebonden informatie die wordt verzameld, en hoe daarmee wordt omgegaan.
Stap in de goede richting?
De vraag is of het huidige wetgevingskader voldoende mogelijkheden biedt voor overheden en toezichthouders om op adequate manier op te treden tegen machtsmisbruik: veelal werkt het toezicht achteraf, en gaan er jaren overheen waardoor veel kwaad al geschied is. De Europese Commissie lijkt zich ervan bewust te zijn, en kijkt (en blijft kijken) naar de effectiviteit van bestaande regelgeving. Zo is in 2019 de Platformverordening aangenomen, die een (relatief beperkte) bescherming biedt aan zakelijke gebruikers van bepaalde platformen.
De EU denkt nu na over verdergaande mogelijkheden, erkent de problemen en risico’s van bepaalde platformen, en heeft uitgesproken om ‘het initiatief opnieuw in eigen handen te nemen om dit gebied vorm te geven op EU-niveau’. Het nieuwe voorstel van januari 2022 betreft een stap in deze richting. Of de Europese Commissie erin slaagt zal moeten blijken: de dominante platformen hebben in ieder geval de aandacht!
Auteurs: Arnout Rodewijk en Daniëlle Kronenburg zijn advocaat bij HVG Law LLP (arnout.rodewijk@hvglaw.nl en danielle.kronenburg@hvglaw.nl).