Het waarborgen van de integriteit speelt een steeds grotere rol in organisaties. Die ontwikkeling valt Jonathan Soeharno ook op. Volgens de advocaat bij De Brauw en hoogleraar rechtspleging en rechtsfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam komt het doordat we niet weten welke overtuigingen gedeeld worden. “Je moet als CFO dan terug naar de kernwaarden van de organisatie.”
Volgens Soeharno kwam het begrip integriteit, zoals we dat nu kennen, niet voor tot pakweg de jaren 60-70 van de vorige eeuw. “Of je nu zoekt in de geschiedenis van de ethiek of speurt in oudere kranten, nooit gaat het om de mogelijkheid van integriteitschendingen, laat staan iets als integriteitmanagement, zoals we dat nu zien. En als integriteit al voorkwam, gaat het om iets als het hele werkzame leven lang onkreukbaar zijn. Nu kun je de krant echter niet openslaan of integriteit is weer ergens in het geding of moet er meer aan ‘worden gedaan’.” De grote vraag is dus: waar komt die ontwikkeling vandaan? “Sommige onderzoeken wijzen naar de ontzuiling. Daarvóór kon je nog een beetje raden welke morele overtuigingen iemand had. Nu is er geen zuil meer waaraan je die kunt aflezen. Ook de groeiende nadruk op meritocratie wordt genoemd. Bij sollicitatiegesprekken wordt nu vooral gekeken naar iemands competenties, niet zozeer naar iemands afkomst, godsdienstige gezindte of nestgeur. Maar niet naar iemands overtuigingen. Overtuigingen, die zijn een black box geworden.”

Bescherming van kerndoelen
Volgens Soeharno zeggen competenties niks over morele overtuigingen. “Competenties kunnen immers worden ingezet voor goede en slechte doelen. Neem de financiële crises uit 2008: er is geen twijfel over de competenties van de slimme bankiers die complexe financiële producten bedachten. Maar hadden ze wel de juiste doelen voor ogen? Deden ze dit bijvoorbeeld met het oog op hun bonus? Of voor de kwartaalwinst van de bank? Kerndoel van de bancaire sector is het garanderen van de stabiliteit van het economisch verkeer. Maar juist dat doel werd uit het oog verloren. Integriteit gaat over het beschermen van dergelijke kerndoelen: doelen die niet mogen worden aangetast; die ‘ongekreukt’ moeten blijven.”
Wat zijn de kernwaarden?
Als organisatie wil je dat de medewerkers, met de CFO voorop, integriteit waarborgen. Maar voordat je dit kunt, is het eerst zaak om te bepalen wat je als organisatie bedoelt met integriteit en hoe je dit invult. Soeharno: “Integriteit betekent niets anders dan dat er iets is dat ‘ongekreukt’ moet blijven. Kernvraag is: wat is dat iets? Dat zal per bedrijf, per land en per tijd verschillen. In veel bedrijven wordt nu een en ander vastgelegd in bijvoorbeeld kernwaarden of mission statements. Maar min of meer vage kernwaarden maken bedrijven niet geloofwaardig. Het is andersom: bedrijven moeten kernwaarden geloofwaardig maken. Dat betekent hard werken totdat de cultuur van de organisatie deze kernwaarden weerspiegelt.”
“Integriteit betekent niets anders dan dat er iets is dat ‘ongekreukt’ moet blijven”
Toenemende verantwoording
En hoe zie je hierin de rol van de CFO? “Cijfers lijken objectief, maar daaraan liggen natuurlijk keuzes ten grondslag. Net als aan het interne financieel beleid. Al die kleine en grote keuzes, dat is het grondwerk van integriteit. Heeft een organisatie bijvoorbeeld transparantie of zorgvuldigheid opgenomen in de eigen kernwaarden? Dan moet dat ook op een geloofwaardige manier terugkomen in de interne financiële processen.”
“Wat de rol van CFO bijzonder maakt, is dat hij of zij niet alleen intern maar ook extern een sleutelrol vervult. De tijd van de CFO als interne cijfermeester is voorbij. Organisaties hebben te maken met een steeds kritischer wordende maatschappij,” beschouwt Soeharno, die onderscheid maakt tussen een ‘interne’ en een ‘externe lijn.’ “Integriteit gaat niet alleen over de intern gemaakte keuzen, maar ook over de externe verantwoording daarvan. Als organisatie moet je steeds meer doen om te verantwoorden waarom je iets doet. Juist de CFO heeft te maken met toezichthouders, analisten of kritische aandeelhouders. Daarmee wordt de externe oriëntatie van de CFO steeds belangrijker.”
Klanten weigeren
Volgens Soeharno worstelen veel organisaties met die externe lijn. Hij ziet deze externe lijn nogal eens domineren ten opzichte van de interne lijn. “Dan kunnen de kerndoelen van het bedrijf, de integriteit, onder druk komen te staan.”
Soeharno haalt de bancaire sector aan als voorbeeld van een sector die worstelt met integriteit. “Recent maakte een aantal banken bekend de rekeningen van Antivax-organisaties te zullen blokkeren. En deze klanten een rekening te zullen weigeren.” Daar wringt het: “Als je kijkt naar wat de functie is van banken in de maatschappij, dan is dat als gezegd om de stabiliteit van het economisch verkeer te waarborgen. Ze moeten dienstbaar zijn aan de economie. Daar hoort dus niet bij dat een bank snel een rekening weigert: ook niet ten aanzien van andersdenkenden. Toch doen ze dat. Waarom? Vanwege de externe druk.” Die druk is hoog, erkent hij, denk bijvoorbeeld aan de strafrechtelijke vervolging van bankbestuurders omdat de bank te weinig zou hebben gedaan aan het tegengaan van witwassen. “De bancaire sector focust zich nu echter dusdanig op de externe lijn, dat de interne lijn onder druk komt te staan. Maar het is gevaarlijk als de externe lijn de dominante lijn wordt. Dat je teveel gaat focussen op hoe de buitenwacht kijkt naar je bedrijf. En te weinig op waarvoor het bedrijf op aarde is. Terwijl juist daarin de integriteitskern schuilt.”

Onder vuur liggen
Het is volgens de hoogleraar noodzaak dat een CFO bij het bepalen van standpunten de morele discussie niet tot de dominante factor maakt. “Aan bestuurders, ook CFO’s, worden door de samenleving steeds scherpere morele eisen gesteld, of het nu gaat over diversiteit en inclusiviteit, immigratie of het klimaatvraagstuk. Allemaal zeer belangrijke onderwerpen, maar deze raken niet steeds de kern van waarvoor een bedrijf op aarde is. Ik vind dat een bedrijf eerst dat moet afbakenen: het is immers de integriteitskern die moet worden beschermd. Dat speelt ook in de advocatuur. Er zijn genoeg mensen die vinden dat deze persoon, dit bedrijf, dat belang niet in rechte mag worden verdedigd. Maar je bent er als advocaat om te zorgen dat iedereen toegang heeft tot het recht. Ook al ben je het er zelf niet mee eens. Extern valt dat nauwelijks uit te leggen, maar intern geldt: dit is je maatschappelijke rol. Soms moet je ook maar even onder vuur liggen.”
Failliet van de organisatie
Soeharno benadrukt tot slot nog een andere reden waarom voorkomen moet worden dat de externe lijn de bovenhand krijgt ten opzichte van de interne lijn. “Wat ik helaas vaak zie, is dat als een bedrijf onder vuur komt te liggen, de eigen kernwaarden straal worden vergeten. Neem een bedrijf dat een ‘people, planet, profit’ -achtige mission statement heeft. Of heeft benadrukt hoe belangrijk de ‘menselijke maat’ is. Onder druk van kritische media wordt nu een medewerker ontslagen of een afdeling gesloten, terwijl de interne analyse is dat het allemaal niet zo erg was als het leek. Toch is dit de keuze, want het is kennelijk belangrijk om aan de buitenwacht te laten merken dat er een daadkrachtig bestuur zit en het probleem serieus wordt genomen. Maar het ‘vergeten’ van de eigen integriteitskern, dat is het failliet van de organisatie.”
Prof. mr. dr. Jonathan Soeharno, spreker tijdens de Collegereeks Fraudebeheersing, Integriteit & Ethiek, is hoogleraar rechtspleging en rechtsfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam, advocaat (Of Counsel) bij De Brauw Blackstone Westbroek N.V. en raadsheer-plaatsvervanger bij het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (handelskamer). Soeharno is afgestudeerd in rechten, theologie en filosofie en is expert op het gebied van ethiek en integriteit, zowel in theorie als in de praktijk. Hij publiceert over onderwerpen zoals de ethiek van bankiers, juridische beroepen, de rechtsstaat, logica, retorica, de bankierseed en tuchtrecht in de financiële sector. Hij is de auteur van The Integrity of the Judge (Ashgate 2009), Durven denken. Inleiding in de logica voor juristen (2017) en The Value of the Oath (2020). Hij is docent ethiek voor rechters en officieren van justitie, lid van het Hof van Discipline voor Advocaten, lid van de Commissie Gedragsregels Advocatuur en voorzitter van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van de Universiteit van Amsterdam.