
Nederland wordt internationaal gezien als een land dat een grote mate van gelijkheid kent. Je laat je niet voorstaan op je positie: doe maar normaal. Onze premier koestert zorgvuldig zijn imago van de toegankelijke bestuurder die appeltjes etend naar de koning fietst. Waar het gaat om inkomensverschillen staat vast dat de inkomensverdeling hier veel minder scheef is dan in landen als de VS en het VK.
In de statistieken is maar weinig aandacht voor de vermogensverschillen. Het CBS weet niet hoeveel vermogen in bv’s zit en ook op de waarde van ons woningbezit hebben ze een slecht zicht. Een recente studie – uitgevoerd onder voorzitterschap van AFM-bestuurder Laura van Geest – geeft duidelijkheid over de vermogensverschillen en daardoor zijn we een illusie armer. De vermogens in ons land blijken namelijk zeer ongelijk verdeeld te zijn. De rijkste top 1 procent bezit maar liefst 25 procent van het totale vermogen. De onderste 20 procent heeft zelfs helemaal geen vermogen. Sterker nog, deze mensen hebben netto schulden. Voor een deel valt dat te verklaren door het bestaan van studieschulden. Deze groep zal erin slagen zijn positie te verbeteren, maar de rest zit in een uitzichtloze situatie.
Verschillende verklaringen
Uit het onderzoek komen verschillende verklaringen voor deze ongelijkheid naar voren. De fiscale behandeling van de eigen woning in Box 1 bevoordeelt woningeigenaren. Omdat de huizenprijzen de afgelopen 10 jaar door de lage rente zijn verdubbeld, zijn belastingvrij aanzienlijke vermogens gebouwd. Daarvan profiteren vooral mensen die al lang een huis hebben. Omdat ze zoveel fiscaal vrije overwaarde hebben, kunnen ze makkelijk doorstromen naar een duurder huis, waardoor ze hun vermogen nog sneller kunnen laten groeien. De afstand tot mensen zonder eigen huis – die duur moeten huren – neemt daardoor toe. Verder is het heel aantrekkelijk om vermogen in een bv onder te brengen. De aandeelhouders kunnen het moment van betalen van belasting uitstellen en met een beetje creativiteit afstellen. Verder wordt vermogen in Box 2 lager belast dan in Box 3. Dat maakt fiscale arbitrage door ondernemers aantrekkelijk.
De fiscaliteit ontziet mensen met financieel vermogen, maar wie werkt voor zijn geld komt aan de beurt. De belasting op arbeid is de afgelopen jaren gestegen terwijl de belasting op winst juist is gedaald. Voor kleine bv’s is het tarief 15 procent. Wie veel winst maakt, spreidt zijn vermogen over meer vennootschappen.
Ongewenst
Als econoom heb ik geen moreel oordeel over deze ongelijkheid. Wel stel ik vast dat werken steeds minder loont en dat is ongewenst. Onze economie doet het niet goed dankzij de renteniers, maar door de mensen die werken. Aan de bevoordeling van vermogen moet daarom een einde komen. Een voor de hand liggende oplossing is de verhuizing van de eigen woning naar Box 3, waardoor over het vermogen belasting geheven kan worden. Ook het verhogen van erfbelasting en schenkingsrecht zijn mogelijke oplossingen. Dat zijn geen leuke maatregelen, maar uiteindelijk dragen zij bij aan een betere dynamiek van de economie. Werken moet beter gaan lonen.