
De inflatie is in juli gestegen naar 10,3 procent, blijkt uit de eigen berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het is voor het eerst sinds 1975 dat de inflatie boven de 10 procent uitstijgt.
De inflatie wordt elke maand gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens.
Een inflatie van 10,3 procent in juli 2022 betekent dat de prijzen van consumentenproducten 10,3 procent hoger zijn dan in juli 2021 en niet dat de prijzen met 10,3 procent zijn gestegen ten opzichte van juni 2022. De inflatie van 10,3 procent in juli komt dus niet bovenop de inflatie van 8,6 procent in juni.
LEES OOK: IMF-baas wijst op noodzaak van bestrijden inflatie
Energie duurder ondanks verlaging btw
De prijsontwikkeling van energie (elektriciteit, gas en stadsverwarming) zorgde voor een toename van de inflatie. In juli was energie 108 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder. Dat terwijl per 1 juli 2022 de btw op energie tijdelijk is verlaagd van 21 procent naar 9 procent. Deze verlaging duurt tot en met 31 december 2022.
Ook de woninghuren hadden een opwaarts effect op de inflatie. Volgens voorlopige cijfers waren in juli 2022 de woninghuren 3,0 procent hoger dan een jaar eerder.
Hogere prijzen voeding
De prijzen van voedingsmiddelen namen ook verder toe in juli. Voeding was 12,3 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar, in juni was dat 11,2 procent. Graanproducten, zuivelproducten en suiker en zoetwaren (waaronder ijs) droegen het meest bij aan deze ontwikkeling. Naast voeding hadden ook pakketreizen en kosten van bankdiensten een opwaarts effect op de inflatie.
LEESTIP: Drie redenen waarom de inflatie langdurig hoog blijft
Kleinere prijsstijging motorbrandstoffen
De prijsontwikkeling van motorbrandstoffen had daarentegen een drukkend effect op de inflatie. Motorbrandstoffen waren in juli 25 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder. In juni was de prijsstijging op jaarbasis 35 procent. Een liter Euro 95 aan de pomp was in juli gemiddeld 2,21 euro, in juni was dat 2,35 euro. De prijs van een liter diesel daalde van 2,14 euro in juni naar 2,07 euro in juli.
Inflatie eurozone stijgt
Het CBS publiceert sinds 1996 twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (HICP). Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren volgens de HICP in juli 11,6 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, in juni was dat 9,9 procent. De inflatie in de eurozone nam toe van 8,6 procent in juni naar 8,9 procent in juli.
Implicaties coronacrisis op de berekening van de inflatie
Door de overheidsmaatregelen in verband met de coronacrisis zijn sommige diensten na maart 2020 tijdelijk niet of beperkt beschikbaar geweest. Hierdoor zijn voor een deel van deze diensten geen transacties geweest waarvan de prijzen gemeten konden worden. In aansluiting op de richtlijnen van Eurostat heeft het CBS per situatie gekozen voor de meest passende schattingsmethode. In juli 2022 werden er geen prijzen meer geschat in verband met corona, maar schattingen in dezelfde maand een jaar eerder werken nog wel door in de inflatie van deze maand.
Reactie en voorspelling ABN AMRO
Economen van ABN AMRO voorspellen in een reactie op de inflatiecijfers van het CBS dat de inflatie heel dit jaar en volgend jaar hoger zal uitkomen dan eerder voorzien. Een en ander leidt er toe dat ABN AMRO nu voor heel dit jaar rekent op een inflatie van 8,7 procent. Volgend jaar zou het algehele prijspeil dan nog eens 4 procent omhooggaan. Eerder was de voorspelling nog dat de inflatie dit jaar en volgend jaar respectievelijk met 8 en 3,8 procent zou oplopen.