Leiderschap verandert als bestuurders worden afgerekend op hun bijdrage aan mens, milieu en samenleving. Dat zegt ruim driekwart van de beleidsmakers in een recent onderzoek van KPMG en Nyenrode Business Universiteit. Maar voordat het leiderschap verandert, is het noodzakelijk dat er voldoende kennis komt over ESG, concluderen Jessica Peters-Hondelink en Esther van Zeggeren, oprichters van het ESG Innovation Institute. “ESG wordt nog te vaak gezien als een niche.”
Het ESG Innovation Institute
KPMG en Nyenrode Business Universiteit hebben in maart 2022 het ESG Innovation Institute in het leven geroepen om organisaties te helpen bij de transitie naar duurzaamheid. Het instituut omvat behalve onderwijsaanbod ook een academische ESG-leerstoel bij Nyenrode waaruit onderzoek, wetenschappelijke publicaties en opinie en debat voortkomen. Hiermee wil het instituut een beweging onder bestuurders en professionals op gang brengen naar een duurzame economie, hen inspireren en vernieuwend duurzaam leiderschap faciliteren. Peters-Hondelink: “ESG moet, voor zover het dat nog niet is, een gesprekonderwerp worden in de bestuurskamers. En het moet opinie en debat op gang brengen in de maatschappij. Organisaties betrekken het onderwerp veelal nog op zichzelf, terwijl iedereen worstelt met dezelfde dilemma’s. Daarom is het ook noodzaak dat bestuurders elkaar ontmoeten en met elkaar ideeën uitwisselen. Zodat zij van elkaar kunnen leren.”
Beleidsmakers geven zichzelf in het onderzoek een onvoldoende (5,4) als het gaat over hun eigen ESG-kennis. Van Zeggeren, tevens lid van het Group Leadership Team bij KPMG, is niet verrast door de uitkomsten. “De aanleiding van de oprichting van het instituut is om ESG en de innovaties die het met zich meebrengt veel dichter bij bestuurders en C-level managers te brengen. Wij zien en ervaren dat het onderwerp nog een ver-van-hun-bedshow is en dat vormt een belemmering. In dat opzicht ben ik niet verrast, maar ik had natuurlijk gehoopt dat er bij deze groep leiders meer kennis zou zijn over het onderwerp.”
In het hart van de organisatie krijgen
Peters-Hondelink, directeur Executive Education bij Nyenrode Business Universiteit, vult aan: “78 procent van de ondervraagden zegt dat gebrek aan kennis over ESG-beleid een bedreiging vormt voor de route naar een volledig duurzame economie. ESG is een vraagstuk dat als je dat aan de voorkant niet goed regelt, je aan de achterkant problemen krijgt die je moet rechttrekken. Leiders van organisaties realiseren zich onvoldoende dat dit ook gaat over hen. Het draait niet alleen om reporting volgens de nieuwe wetgeving, zoals de CSRD. Als je ESG echt goed wilt oppakken, moet je het in het hart van de organisatie krijgen. Dat realisatieniveau begint nu te komen, maar dan sta je nog maar aan het begin van waar je uiteindelijk naartoe moet.”
Wat verder blijkt uit het onderzoek, waaraan 260 beslissers meededen op het gebied van duurzaamheidsbeleid, financiën en/of kennisontwikkeling binnen organisaties met meer dan 250 medewerkers, is dat er nog onduidelijkheid bestaat over de term ESG. Peters-Hondelink: “Organisaties zijn vaak al bezig met duurzaamheidsvraagstukken en hebben al een duurzaamheidsagenda. Maar ook inclusiviteit, ethische bedrijfsvoering, het welzijn van alle stakeholders en transparantie in de keten vallen onder ESG-beleid.”

Verkeerde prioriteitsstelling
Het roept de vraag op hoe het kan dat bij veel organisaties de kennis over dit onderwerp nog te beperkt is. Peters-Hondelink: “Dat heeft deels te maken met prioriteitsstelling. Het is de verantwoordelijkheid van leiderschap om dit op te pakken, maar het is ook een gedeelde verantwoordelijkheid. Het moet in alle functies zijn doordrongen. Dat begint met de vraag waar je als organisatie je prioriteiten legt. Als dat niet is op het gebied van duurzaamheid, diversiteit en biodiversiteit, gaat het ook niet leven. Daarnaast geeft men aan dat de tijd ontbreekt zich hierin te verdiepen en het is ook nog heel complex. Dat vraagt dat je erop gaat sturen, dat je als organisatie laat zien dat je het belangrijk vindt en er tijd voor maakt. Anders zeggen medewerkers in de organisatie: ‘We kunnen het wel belangrijk vinden, maar zolang we er niet op worden aangestuurd of aangesproken, waarom zouden we het dan gaan doen?’ Als leiderschap is het belangrijk capaciteit vrij te maken om ESG te omarmen. Om het door heel de organisatie heen te vertalen naar afdelingen en medewerkers persoonlijk.”
Wat volgens Peters-Hondelink ook niet meehelpt, is dat veel organisaties nog ouderwets zijn ingericht. “Zeker bij organisaties die werken met aandeelhouders, zijn de financiële waarden vaak nog het belangrijkst. Maar daarin zie je gelukkig een kentering. Er zijn ook steeds meer activistische aandeelhouders die zeggen dat ze een organisatie niet meer steunen als ze niet veranderen op het vlak van ESG.”
Uitstralingseffect

Van Zeggeren ziet dat er momenteel een aantal voortrekkers is die ESG-beleid op de juiste wijze implementeren in hun organisatie. “Dat zijn leiders die met het brede ESG-denken businesstransformaties in gang zetten. Zij hebben een uitstralingseffect op de rest van de sector, doordat ze de purpose echt in hun hart hebben zitten. Zij doen het niet sec vanuit wet- en regelgeving, maar ze geloven echt dat door ESG te omarmen, het hen een voorsprong op de concurrentie geeft als ze ESG omarmen. Daarnaast zijn er leiders die wel vanuit wet- en regelgeving een voortrekkersrol pakken. Dat zijn vaak de grote beursgenoteerde organisaties die de wettelijke bepalingen als een mijlpaal in het vooruitzicht hebben en die voelen dat de transformatie nu echt noodzakelijk is om aan te voldoen. Wij geloven dat leiders, waaronder CFO’s, veel breder moeten kijken dan alleen het wettelijk kader. Het gaat namelijk om een integrale verandering van je bedrijfsvoering. En daarmee kun je als organisatie langdurig succesvol zijn.”
“Als leiderschap is het belangrijk capaciteit vrij te maken om ESG te omarmen.”
De CFO als aanjager
De CFO speelt in de ogen van Van Zeggeren een belangrijke rol om het onderwerp op de strategische agenda van het bestuur te krijgen. “De rol van de CFO is breder dan louter vanuit wet- en regelgeving een aanjager te zijn. Samen met de rest van het bestuur moet hij of zij ESG voor de lange termijn onder de aandacht brengen.” Peters-Hondelink benadrukt de noodzaak ook niet-financiële KPI’s op te stellen. “Daarop moeten organisaties ook echt gaan sturen. Dan gaat het ook om onderwerpen als de samenwerking met de keten, de ontwikkeling van je medewerkers en het stimuleren en ontwikkelen van circulaire businessmodellen. Die investeringen kosten misschien geld, maar als dat niet-financiële waarde oplevert, dan is de return on investment positiever. Het gaat om het evenwicht tussen financiële en niet-financiële waarden, want organisaties moeten hun financiële waarden absoluut niet loslaten.”
