
De RJ heeft commentaar ontvangen over de in de praktijk bestaande diversiteit bij de financiële verantwoording van paraplufondsen. De RJ stelt voor om in een nieuwe alinea 718 in hoofdstuk 615 Beleggingsentiteiten te verduidelijken hoe aan de financiële verantwoording van een paraplufonds vorm kan worden gegeven. De nieuwe ontwerp-alinea in Richtlijn 615 (aangepast 2023) is van kracht voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2024.
Paraplufondsen zijn beleggingsentiteiten bestaande uit verschillende subfondsen. Deze subfondsen hebben veelal een van elkaar afwijkende beleggingsstrategie of kostenstructuur. De subfondsen zijn geen afzonderlijke juridische entiteiten, maar kunnen gezien worden als aparte compartimenten binnen de beleggingsentiteit (het paraplufonds) die ieder hun activa en verplichtingen toebedeeld hebben gekregen. Een paraplufonds dient inzicht te geven in het vermogen, het resultaat en de kasstromen van de individuele subfondsen.
Om de diversiteit zoals die nu bestaat in de praktijk te verminderen wordt in alinea 718 voorgesteld dat dit kan worden bereikt via twee manieren. Paraplufondsen stellen bij voorkeur een afzonderlijke financiële verantwoording op voor zowel de juridische entiteit van het paraplufonds (dus voor alle subfondsen gezamenlijk) als ook voor ieder van de subfondsen afzonderlijk. Als alternatief wordt één financiële verantwoording voor het paraplufonds en de subfondsen tezamen opgesteld met daarin voldoende inzicht in de afzonderlijke subfondsen.
De RJ stelt voor de wijziging van kracht te laten zijn voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2024. Mede gezien de aard van deze wijziging is eerdere toepassing toegestaan. De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze kunnen tot uiterlijk 1 maart 2023 worden ingediend bij het RJ-secretariaat, bij voorkeur per e-mail (secretariaat@rjnet.nl). Uiting 2023-1 is hier te downloaden.