
Vanaf 2024 wordt de 30%-regeling versoberd. Die regeling zorgt voor een fiscale kostencompensatie voor kenniswerkers uit het buitenland die in Nederland komen om te werken. Het maximaal te vergoeden bedrag wordt beperkt.
Onder de regeling mag 30 procent van het loon forfaitair onbelast worden vergoed. Er komt nu een maximumbedrag waarvoor deze werknemers vrijgesteld vergoed kunnen worden. Dat maximum wordt gezet op het bedrag uit de Wet Normering Topinkomens, in de volksmond beter bekend als de Balkenendenorm. Destijds was dat 193.000 euro, in 2023 is de norm 223.000 euro. Deze norm wordt jaarlijks geïndexeerd, dus het bedrag in 2024 ligt waarschijnlijk iets hoger.
Nieuw maximum
Voor 2022 zou de maximale onbelaste vergoeding dan 30 procent van 216.000 euro zou zijn geweest, als deze regeling toen al versoberd was. Dat is een gericht vrijgesteld bedrag van 64.800 euro op jaarbasis. De bedragen worden naar rato aangepast als werknemers in de loop van het kalenderjaar aan de slag gaan of juist weer vertrekken.
Overgangsregeling
Vanaf 2024 geldt de aftopping voor nieuw binnengekomen werknemers. Voor werknemers die al langer van de 30%-regeling gebruikmaken, geldt een overgangsregeling. Voor hen geldt het maximum vanaf 2026. De Belastingdienst kijkt voor deze beoordeling of de 30%-regeling is toegepast op het loon van het laatste loontijdvak van 2022.
Voorbeeld: Nieuwe werknemer
Een werknemer komt per 15 juni 2024 naar Nederland. In juni 2024 zitten dan nog 10 werkdagen. Zijn loon (inclusief de 30%-vergoeding) bedraagt van 15 juni tot en met 31 december 150.000 euro. Bij toepassing van de 30%-regeling berekent u het belastingvrij te vergoeden bedrag als volgt:
- Stap 1: 30 procent van het daadwerkelijke loon à 150.000 = 45.000 euro
- Stap 2: 30 procent van de norm, in 2023 is dat 223.000 per jaar = 66.900 euro
- Stap 3: bepaal of het loon op jaarbasis meer is dan het bedrag van de WNT-norm. Zo ja, dan moet u aftoppen.150.000 euro is het loon voor een periode van 10 werkdagen dagen in juni + 6 maanden. Een maand stelt u op 65/3 dag. Een jaar stelt u op 260 dagen. Het bedrag van 150.000 euro geldt voor 10 + 6 x 65/3 dag = 140 dagen. Omgerekend naar een jaar is dat 260/140 x 150.000 euro. Dat is meer dan 223.000 euro. Dat betekent dat u het bedrag van stap 1 moet aftoppen, zie stap 4.
- Stap 4: gebruik de omgekeerde factor van stap 3: 140/260. Deze factor past u toe op het bedrag van stap 2.Het maximaal te vergoeden bedrag is 140/260 x 66.900 = 36.024 euro, afgerond op hele euro’s naar boven. Ofwel: u topt het bedrag van stap 1 af op 36.024 euro.
Voorbeeld: Overgangsregeling
Een werknemer heeft per 1 juli 2022 een geldige 30%-beschikking. De beschikking geldt voor een periode van 5 jaar (dus tot en met 30 juni 2027). Zijn jaarloon (incl. 30%-vergoeding) bedraagt telkens 500.000 euro. De 30%-regeling past u toe op zijn maandloon van december 2022. Deze werknemer kunt u tot en met 2025 een onbelaste vergoeding geven van 150.000 euro per jaar (30 procent van 500.000 euro).
Met ingang van 1 januari 2026 moet u de onbelaste vergoeding maximeren (aftoppen) op 30 procent van het bedrag van de WNT-norm. Bij het 2023-normbedrag van 223.000 is dat dan 66.900 euro.