Voor haar promotie onderzocht Brigitte de Graaff, assistent-professor aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, integrated reporting en -thinking. Zijn het managementhypes of is er daadwerkelijk waarde uit te halen? En is er bewijs voor de vaak geclaimde voordelen? De Graaff blijkt positief over de raamwerken, maar merkt ook op dat er vele stappen gezet moeten worden om in de praktijk de voordelen te ervaren.
Integrated reporting en daarmee samenhangend integrated thinking hebben in relatief korte tijd in managementkringen aan populariteit gewonnen, constateert De Graaff in haar promotieonderzoek. De NBA geeft als definitie voor integrated reporting (IR): de samenvattende rapportage waarin organisaties aangeven hoe zij duurzaam opereren en hoe strategie, governance, prestaties en vooruitzichten (maatschappelijke) waarde opleveren voor de korte, middellange en lange termijn. Hierbij koppelt een organisatie de financiële prestaties aan verantwoording over duurzaamheidsprestaties. Het Integrated Reporting Framework, opgesteld door International Integrated Reporting Council (IIRC) die inmiddels is opgegaan in de IFRS Foundation, is daarbij het verslaggevingsraamwerk om dit op te pakken. Integrated thinking mogen we vervolgens het fundament noemen op basis waarvan een organisatie tot integrated reporting kan komen. De IIRC omschrijft dat in bouwstenen: Een managementcultuur gericht op samenwerking, een attitude gericht op meervoudige waardecreatie en een op resultaat gebaseerd ondernemingsbestuur. De Value Reporting Foundation (ontstaan uit de fusie tussen de Sustainability Accounting Standards Board en de IIRC) heeft inmiddels principes ontwikkeld om integrated thinking beter te kunnen duiden.
Lees ook: IIRC vraagt feedback bij herzien integrated reporting framework

Verdediging proefschrift
De Graaff verdedigt op 7 juli 2023 vanaf 13.45 uur haar proefschrift op de VU. Dit is een openbare verdediging, met voorafgaand daaraan een symposium over integrated reporting en integrated thinking in de praktijk. Belangstellenden kunnen zich aanmelden via cma.sbe@vu.nl
Claims voordelen slecht onderbouwd
“Als onderdeel van mijn promotieonderzoek heb ik literatuurstudie en bronnenonderzoek naar integrated reporting gedaan”, vertelt De Graaff. “Daarbij wilde ik erachter komen in hoeverre integrated reporting tot een managementhype mag worden gerekend, maar ook of de claims over de voordelen van IR juist zijn. Het wordt wel eens gepresenteerd als een heilige graal. Door IR zou je een betere relatie met je stakeholders kunnen krijgen, een lagere cost of capital hebben en een betere besluitvorming omdat beslissingen beter gemotiveerd zijn. Omdat je ook duurzaamheid meeneemt. Ik kwam er door die literatuurstudie van wetenschappelijke artikelen achter dat die claims niet of maar matig zijn onderbouwd. Ik zag tegelijkertijd ook dat veel van de artikelen over integrated reporting zich focussen op de drijfveren achter de implementatie van deze rapportagevorm. Dat is logisch omdat het onderwerp nog relatief gezien nieuw is. Die wetenschappelijke artikelen over de drijfveren waren ook beter onderbouwd dan stukken over de claims van voordelen van integrated reporting.”
Niet geteste aannames
In haar onderzoek pleit ze er dan ook voor om die claims beter te onderzoeken. “Daarmee kan eventueel het concept van integrated reporting worden verbeterd. Daarmee kunnen gebruikers, waaronder CFO’s, ook beter het verschil zien tussen bewezen claims en nog niet geteste aannames over de impact van integrated reporting. Dat zou ook consultants helpen die modellen ontwikkelen om IR in organisaties te implementeren. Die duidelijkheid geeft tevens richting aan standard setters die de concepten die ten grondslag liggen aan integrated reporting zo kunnen verduidelijken.” De Graaff plaatst daar meteen een kanttekening bij. “Mijn literatuurstudie focuste zich op wetenschappelijke artikelen voorgaand aan 2017. Sindsdien zijn er vanuit wetenschappelijke hoek nieuwe pogingen gedaan om het voordeel van integrated reporting te duiden. Daarnaast zie ik dat het belang dat wordt gehecht in wetenschappelijke artikelen aan integrated thinking groter is geworden.”

Gesprekken aan met commissarissen
In het tweede deel van haar promotieonderzoek ging De Graaff het gesprek aan met raden van commissarissen. “Hen heb ik de claims over de drijfveren en voordelen van IR voorgelegd. Wat zien jullie nu? Wat zijn de redenen om voor integrated reporting te pleiten of te gaan pleiten? Niet alle claims konden we behandelen, maar er kwam uit dat externe factoren, bijvoorbeeld een sterke investor community, in grote mate bijdroeg bij de commissarissen om na te gaan denken over integrated reporting. Ook de observatie van voordelen, denk aan betere besluitvorming en een betere relatie met stakeholders, speelde mee in de motivatie om integrated reporting te steunen.” Wat De Graaff nog niet kon onderzoeken, was de invloed van verplichtingen zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). “Integrated reporting en integrated thinking kunnen wellicht wel bijdragen aan het voldoen aan CSRD, maar dat heb ik niet onderzocht.”
De RvC-leden zagen evenwel de voordelen van integrated reporting in, concludeert De Graaff na haar onderzoek. “De support voor integrated reporting was het grootste bij commissarissen die elders al eens een implementatie van het raamwerk hadden meegemaakt. Ook voorbeelden van andere implementaties van integrated reporting dragen bij aan de motivatie om tot integrated reporting over te willen gaan.”
Lees ook: EFRAG past CSRD-standaarden aan
Winnaars onder de standaarden
De wereld van duurzaamheidsstandaarden is flink in beweging. Bij de standaardensoep, zoals deze werd genoemd, lijken er winnaars boven te komen. De IFRS Foundation, waar International Accounting Standards Board onderdeel van uitmaakt, kwam in november 2021 met de International Sustainability Standards Board. De ISSB wil één wereldwijde rapportagestandaard op het gebied van duurzaamheid ontwikkelen. De Europese Unie liet in april 2021 de eerdergenoemde CSRD het levenslicht zien en de EU vroeg de Europese Financial Reporting Advisory Group de standaarden te ontwikkelen. Het is de verwachting dat de ISSB en CSRD naar elkaar toe groeien. De Graaff stelt als deskundige onafhankelijk van haar onderzoek: “Ik kijk met veel interesse naar hoe de ontwikkelingen gaan bij zowel de ISSB als de CSRD. In heel snel tempo zijn beiden bezig om standaarden te ontwikkelen. Het lijkt wel een ratrace om duurzaamheid tot compliance voor organisaties te brengen. De gevolgen zijn ook al heel erg voelbaar voor organisaties, zelfs op korte termijn. Mijn onderzoek laat zien, in eerste instantie voor integrated reporting, dat het ook belangrijk is om te kijken naar hóe iets intern in de organisatie wordt opgepakt. Mogelijke claims over de voordelen van dergelijke standaarden zou je ook goed moeten onderzoeken. Daarmee krijgen de standaarden ook een stevige basis in de wetenschap. Net zoals dat bij integrated reporting, maar bovenal integrated thinking, moet gebeuren.”
Van nature meer aandacht
De Graaff deed verder onderzoek binnen meerdere semipublieke organisaties. “Ik moet zeggen: daar is denk ik van nature al meer aandacht voor het combineren van financiële en niet-financiële informatie tot integrated reporting. Puur vanwege de publieke functie en de wens om in de afweging niet alleen financiële, maar ook maatschappelijke thema’s integraal mee te nemen. Daar speelde ook hoe ver je gaat in het meenemen van thema’s als sociale cohesie, biodiversiteit en milieuaspecten. Ook daar zijn nog niet altijd heldere criteria voor deze informatievoorziening, of deze moeten zich nog uitkristalliseren.” Die onderwerpen komen op het bordje van managementcontrol en dus de CFO. De Graaff: “Als je een instrument als integrated reporting omarmd, moet je dat dus door je hele organisatie naast – of liever gezegd in – het financiële instrumentarium zetten. Zodat het echt een integraal beeld wordt dat beslissers in je organisatie krijgen. Maar hoe ga je dat doen? Daar zijn veel organisaties nog niet mee klaar. Daar zitten ook afwegingen in de keten in. Hoe betrek je de rol van klanten en leveranciers in je eigen bedrijfsprocessen? De nieuwe regulering maakt dit een prangende vraag, maar in de praktijk blijft dat voor veel organisaties lastig mee te wegen. Integrated thinking kan hier een belangrijke rol spelen.”
Als je een instrument als integrated reporting omarmd, moet je dat dus door je hele organisatie naast – of liever gezegd in – het financiële instrumentarium zetten.
Brigitte de Graaff, assistent-professor aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Effect integrated thinking
Even later schrijft De Graaff in haar promotieonderzoek over het effect van integrated thinking. “Daar worden effecten van verwacht op strategie, governance, performance management en de samenhang tussen die drie. Alhoewel daar dus de verwachtingen liggen, kwam ik erachter dat het in de praktijk niet per se direct tot grote verschuivingen leidt. Wanneer integrated reporting zichtbaar was in het raamwerk voor performance management, betekende dat niet automatisch dat die informatie ook werd gebruikt. De focus blijkt in de praktijk te blijven liggen op de financiële gegevens, in plaats van op het integrale beeld. De nadruk op financiële overleving onttrekt vaak aandacht aan de niet-financiële gegevens.” Het onderzoek concludeert ook dat de focus op het soort niet-financiële gegevens, wordt bepaald door de ervaringen van de organisatie met bepaalde stakeholders in het verleden. “Op basis daarvan worden die specifieke niet-financiële stuurgegevens vrijwel automatisch al een hoger belang toegekend.”
Lees ook: CSRD winnaar standaardensoep
Enorme stap
Minstens zo interessant is de conclusie van De Graaff dat het daadwerkelijk implementeren van integrated thinking altijd achterlag op het rapporteren via integrated reporting zelf. “Dat kan door de druk van de invoering van wet- en regelgeving komen, maar ook door organisatiespecifieke keuzes.” Even later gaat ze in op de integratie van integrated reporting in de regelgeving van de ISSB. “Dat zou een enorme stap zijn in het verbinden van het businessperspectief met de externe rapportage-eisen. Maar op dat vlak liggen nog vele uitdagingen. Integrated reporting zou daarbij de norm in corporate reporting moeten worden. Om daar te komen zou je dus duurzame businessinformatie zo gebruiksvriendelijk moeten maken dat deze ook daadwerkelijk in de besluitvorming de business wordt gebruikt. Daar heb je dan weer sterke governance en datamodellen voor nodig, al dan niet in software. Gecombineerd met goede interne controls.” De Graaff ziet, als aan deze voorwaarden wordt voldaan, een glansrijke rol voor duurzaamheidsinformatie. “Als deze informatie betrouwbaar is en van hoge kwaliteit, dan kun je daarop bouwen als organisatie. Die betrouwbaarheid en kwaliteit, die je al in financiële gegevens ziet, zijn in essentie ook de hoekstenen voor de finance professionals. Die twee elementen wil je dan ook terugzien bij duurzaamheidsinformatie.”
Lees ook
Integrated Reporting? Maak het niet te complex.
Onderzoek: veel bedrijven niet klaar voor verplichte EU duurzaamheidsrapportage