Omdat we decennialang vooral hebben gejaagd op economische groei is ons maatschappelijk welzijn secundair geworden aan het financiële plaatje. Maar de grens van die financiële groei is bereikt en we moeten anders kijken naar waarde. Het roer moet om. Op de Nationale Controllersdag leggen deskundigen uit waarom en hoe.
Het evenement op donderdag 15 juni had één belangrijke centrale boodschap: diverse crises en regelgeving in reactie daarop betekenen dat het vak grondig moet veranderen. Nederland heeft de dubieuze eer het eerste land ter wereld te zijn dat aanloopt tegen grenzen van groei. De huizencrisis, stikstofcrisis en groeiende personeelstekorten wijzen allemaal op dezelfde fundamentele uitdaging: we hebben voor groei geleend van de toekomst en de rekening komt nu op tafel. Daar ligt een spannende en interessante taak voor de controller. Die houdt zich steeds meer bezig met niet-financiële waarde en heeft een belangrijke voortrekkende rol in Nederlandse organisaties die tegen deze grenzen aanlopen. De plenaire sprekers leggen de vinger op de zere plek en bieden oplossingen die erop neerkomen dat we een andere mindset moeten ontwikkelen.
Gebruik de stok, niet de wortel
Net als vorig jaar neemt econoom en journalist Mathijs Bouman de macro-economische ontwikkelingen in sneltreinvaart door. Hij merkt op dat er twee grote problemen zijn qua arbeid: de alsmaar toenemende krapte en de afnemende arbeidsproductiviteit. “Op dit soort evenementen staan mensen op podia te beweren dat we in een superspannende, allesveranderende wereld leven, waarin AI alles gaat veranderen. ‘Als je niet oplet ben je weg in deze vijfde revolutie!’ Not. Dit is de saaiste tijd ooit. Wat doet u met die computer de hele dag?” Internet zou een enorme boost moeten geven in arbeidsproductiviteit, maar de cijfers van de afgelopen decennia laten iets heel anders zien. De econoom licht verder onder meer de arbeidsontwikkeling toe voor de rest van de eeuw (spoiler: het wordt alleen maar krapper).

Klimaatveradering vraagt om een nieuwe manier van beprijzen. Volgens Bouman is het geen kwestie van vervuiling belasten en duurzaamheid subsidiëren, want dat werkt niet. “Trap er niet in”, bezweert hij met de illustratie dat subsidies nogal eens terechtkomen juist bij vervuilende bedrijven. Maar er moet wel degelijk wat veranderen, daar de verduurzaming niet snel genoeg gaat. De Aarde bereikt de komende tien á twintig jaar kantelpunten waardoor klimaatverandering exponentieel toeneemt, zoals het vrijkomen van methaan bij het smelten van permafrostlagen. Dat leidt weer tot een slechtere luchtkwaliteit en het bereiken van andere kantelpunten zoals het afsterven van zuurstofgenererende algen of het smelten van grote gletsjers. De tijd om radicaal te handelen is al lang aangebroken. “Je moet de stok, de beprijzing, gebruiken. Niet de wortel van subsidies.”

Na de sessie waarin hij uitgebreid vertelt over drie grote uitdagingen – recessieangst, de krappe arbeidsmarkt en inflatie – komt dagvoorzitter Jeroen Smit terug op arbeidsproductiviteit. “Gaat artificial intelligence, op het moment dat je dit goed weet te conditioneren, niet toch zorgen voor een enorme productiveitswinst? Is het niet logisch dat dat gebeurt?” vraagt Smit. “Het is al 20 jaar heel logisch dat dit gebeurt”, reageert Bouman droogjes. “Misschien is AI inderdaad de killer-app die zorgt voor hoger productiviteit. Dat kan, maar het CBS voorspelt al jaren ‘nú gaan we een productiviteitsstijging merken’. Dat is niet zo gebleken en we weten niet precies waarom. Is dat omdat de lonen achterbleven, omdat er goedkope arbeidskrachten uit Azië op de markt kwamen, of iets anders? Ik heb er ondertussen geen geloof meer in dat de volgende innovatie het opeens wél gaat leveren. Er zitten vaak decennia tussen de uitvinding en de productiviteitswinst, dus het zou kunnen. Maar dat gaan wij niet meer meemaken.”
Lees ook: Econoom Mathijs Bouman: “Als de rente stijgt, kun je zien wie er kan zwemmen”
Uitdaging voor controllers
CFO bij Gasunie Janneke Hermes gaat in op hoe klimaatontwikkelingen en de transitie naar duurzaamheid veranderingen opleveren voor het beheer van de Nederlandse gasinfrastructuur. Gasunie zorgt voor de leidingen en het ‘transport van moleculen’, of dat nu aardgas, waterstof, of iets anders is. Ze legt in haar sessie uit hoe gas uit de Noordzee en uit andere landen een hoge energiewaarde heeft, terwijl gas uit Groningen een veel lagere energiewaarde kent. Daarom zijn er twee verschillende pijleidingen in de Nederlands infrastructuur. “Dat betekent dat, nu we het gasveld in Groningen niet meer willen gebruiken, we die leidingen voor laag-calorisch gas vrijspelen. Die kunnen we gaan gebruiken om waterstof door te transporteren. Dit maakt Nederland uniek om een nieuwe rol voor zichzelf te creëren in de transitie naar duurzame energie.’”
In haar presentatie beschrijft ze vragen over leveringszekerheid die afgelopen winter speelden. Dit vereist een risicoinschatting die van controllers vraagt om te anticiperen op onzekerheid. “Dit is een grote uitdaging voor onze controllers, want het is niet meer voldoende om alleen maar naar de financiële gezondheid van je bedrijf te kijken. Natuurlijk is dat heel belangrijk, want als je niet meer financieel gezond bent, kun je helemaal geen impact meer maken. Maar we hebben te maken met schaarste van méér dan alleen geld. Mathijs liet net al zien hoe schaars werknemers aan het worden zijn. En hoe ga je om met natuurlijke bronnen die uitgeput raken? Hoe gebruik je een CO2-budget als je op een leefbare wereld wilt uitkomen? Ook Shell komt er de komende jaren niet meer mee weg om alleen maar financieel te kijken.”
Lees ook: Janneke Hermes, CFO Gasunie: “De echt interessante discussies worden nu gevoerd
Shell is af
Daarmee verwijst ze naar een discussie die Jeroen Smit en Mathijs Bouman eerder hadden. Smit haalt in de dagopening een artikel uit het FD aan dat Shell winst verschuift naar olie- en gas. “Ik begrijp dat ergens wel. Shell zegt nu zoveel in te zetten op duurzaamheid dat beurskoersen achterblijven op Exxon Mobile en Chevron. Als deze beurskoers nog verder achterblijft, koopt Exxon Mobile Shell en dan zijn we nog verder van huis. Dus we moeten nu alles op alles zetten om waarde te creëren voor de aandeelhouders.”
Bouman, oorspronkelijk milieu-econoom, is daar niet mee eens omdat Shell nog helemaal niet breed lobbyt voor duurzame transitie. Het bedrijf grijpt te snel terug naar fossiele brandstof. “Als het erop aankomt kiest Shell toch weer voor financiën. Dan ben je echt af, hoor. Ik ben normaal heel mild voor multinationals, maar om nu te zeggen dat je voor pijpleidingen gaat in plaats van zonne- en windenergie, dat is een kodakmomentje. Het is gewoon té makkelijk. Als de winst uit de grond komt spuiten, dan kies je daarvoor. Het vergt discipline om dat niet te doen en die hebben we dus niet.”
Bouman haalt de economische theorie van Pigou aan die 100 jaar later nog altijd relevant is: “Als je te lage prijzen hebt omdat de markt ontbreekt, dan moet je die prijs niet hanteren. Prijs is de ultieme nudge om gedrag te veranderen. Klimaatbeleid moet je dus voeren met beprijzing. Shell is niet af omdat ik niet zie dat ze dat dilemma hebben, maar omdat Shell zich pas zo kan opstellen als ze langdurig een wereldwijde politieke lobby voeren voor beprijzing van CO2. Dan pas kunnen ze dat concurrentieverhaal ‘we worden overgenomen door dat boze Exxon’ volhouden.”
Ongemakkelijk gesprek
Ook in de kleinere sessies ging het vaak over klimaat, prijs en ESG. Voor RGF Staffing is vooral de S (Social) van ESG van belang. “Hoe zit het met uw diversiteitsbeleid?”, vraagt directeur MVO Hannie Dalhuisen aan het aanwezige publiek. Veel aanwezigen weten dat niet. “Volgens mij is er wel een diversiteitsbeleid, maar ik heb geen idee hoe dat precies zit”, zegt iemand. Dalhuisen houdt het publiek voor dat een diversiteitsbeleid waarde creërt. Een rapport van McKinsey dat Dalhuisen aanhaalt, stelt dat bedrijven die diversiteit hoog op de agenda hebben hogere omzetten behalen. Een onderzoek van deze consultancy uit 2020 concludeerde dat bedrijven die hoog scoren op het gebied van de man/vrouwverhouding in het bestuur 25 procent vaker een bovengemiddelde omzet draaien.

“Bovendien blijken bedrijven met een divers personeelsbestand beter in staat om te innoveren en om talent aan te trekken.” In tijden van ongekende arbeidskrapte – waarbij in de sessie van Bouman werd aangestipt hoe dit tot aan het eind van de eeuw blijft toenemen – is het heel belangrijk om een aantrekkelijke werkgever te zijn. Dalhuisen wijst er wel op dat inclusie lastig te meten is. De samenstelling van het personeelbestand is nog wel meetbaar, maar het wordt lastiger als het gaat om de vraag of mensen worden meegenomen of uitgesloten. “Je moet het ongemakkelijke gesprek durven voeren”, adviseert ze.
Hoe bereken je uitstoot?
Nyenrode-docent Kees Kerstens rekent in een keuzesessie uit met controllers hoe ze de CO2-uitstoot in kaart brengen. De crux zit hem in omrekenen van CO2-equivalenten voor alle uitstoot en daar zijn rekentabellen voor. Voor de uitstoot bereken je de hoeveelheid x de emmissiefactor om tot een ton CO2-equivalentie te komen. Zo vertaalt methaan, een sterker broeikasgas, zich naar 25 maal CO2-equivalent. Op CO2emissiefactoren.nl zijn deze vertalingen naar CO2-equivalenten te vinden. Kerstens licht enkele complexiteiten toe over het berekenen van de keten, wat veel vragen oproept.
“Maar dan bereken je de uitstoot toch dubbel?”, vraagt een aanwezige financial nadat Kerstens uitlegt dat je de uitstoot van de productie van een vrachtwagen in een fabriek opnieuw moet meerekenen binnen je eigen telling. Het doel van de CSRD is ook niet om de totale uitstoot in kaart te brengen, legt Kerstens uit, maar om ketenbedrijven te motiveren om hun partners te stimuleren om duurzamer te werken. “Door deze tellingen is het aantrekkelijker om te kiezen voor een leverancier die milieubewuster produceert. Daarom moet iedereen dit in kaart brengen, ‘want dit geld in eerste instantie voor grote beursgenoteerde bedrijven, maar die gaan deze informatie vragen van kleinere bedrijven.”
Sturen op welzijn in plaats van groei
Na de lunch traceert historicus Sander Heijne hoe de Nederlandse samenleving en economie zich hebben ontwikkeld. Hij vertelt over de scheefgroei wat betreft inkomensgelijkheid. Heijne beschrijft de nachtmerrie van vadertje Drees, toen er opeens veel mensen bijkwamen na de oorlog: hoe gaan we die mensen met de huidige middelen van voedsel, zorg en onderwijs voorzien? Zijn beleid was gericht op groei en wederopbouw en zulk groeibeleid was in die tijd logisch. “Welzijn hebben we enorm kunnen uitbouwen, maar dat had wel een prijs, omdat we leenden van de toekomst.” Hij verwijst daarmee vooral naar de huidige klimaatproblematiek, die direct voortvloeit uit het opbouwen van de maatschappij en uitputten van de Aarde in de tussentijd.
Die oude groei is niet vol te houden. Hij verwijst naar een artikel van de Financial Times van vorig jaar dat stelt dat Nederland wellicht het eerste land ter wereld is dat tegen de grens van groei aanloopt: te veel mensen, te weinig huizen; Schiphol kan niet meer verder groeien, te veel vee, te veel stikstof, en te weinig personeel. Ook veelzeggend is ABN Amro dat in het FT-artikel stelt dat de Nederlandse politiek te veel kijkt naar koopkracht en te weinig naar welzijn en geluk. “Economische groei per hoofd van de bevolking is een enorm succesverhaal”, zegt Heijne, met een grafiek waarin het Bbp naast de bredewelvaartsindicator (BWI) wordt gelegd. “Maar als we kijken naar de BWI, zien we dat brede welvaart de economische groei niet kan bijhouden. Als we meer sturen op ‘hoe gaat het nu daadwerkelijk met mensen’ denk ik dat we een veel prettigere samenleving kunnen bouwen. Dat is de groei waar we naar zouden moeten streven.”
Zoals Bouman ook al aanstipte, ligt hier wellicht juist een grote kans voor Nederland. Het land bereikt nu als eerste de grens waar de Club van Rome vijftig jaar geleden voor waarschuwde en móét zichzelf dus wel opnieuw uitvinden. We kunnen een leidersrol nemen en de wereld laten zien hoe je duurzaamheid voor je laat werken – ook terugkijkend naar bijvoorbeeld het circulaire verhaal van Auping op de controllersdag vorig jaar. “Het mooie van deze tijd is dat we nog nooit zo goed geoutilleerd zijn om te veranderen”, aldus Heijne. Omdat Nederland voorop moet lopen en de controller hier een belangrijke rol in speelt, oppert Jeroen Smit dat de Nederlandse controller kan groeien. “Jullie worden een exportproduct”, zegt hij half grappend. “We hebben heel lang voorop gelopen in watermanagement, maar straks moeten bedrijven Nederlandse controllers hebben. Want die is straks al jaren bezig met het uitrekenen van andere waardes.”
Lees ook: Controller kan belangrijke stappen zetten naar sociale, duurzame wereld
Bwah de vivre
Maar dat veranderen naar die nieuwe manier van controlling gaat niet zo makkelijk, omdat verandering psychologische weerstand oproept. We voelen ons veel comfortabeler als we blijven doen wat we deden, legt psycholoog Elke Geraerts uit. In plaats van joie de vivre ervaren veel mensen ‘bwah de vivre’ vertelt ze, verwijzend naar het fenomeen van quiet quitting. We leggen de schuld van deze fase vaak bij de coronacrisis, maar het is misschien meer het gevolg van een jarenlang overprikkeld brein. De hoeveelheid informatie die op ons afkomt is gigantisch, legt ze uit, met constant nieuws, updates, notificaties en scrollen door schermpjes. “Het is alsof we van een brandkraan aan het drinken zijn, we verzuipen gewoon in informatie. Het is naïef om te denken dat dit geen impact op ons heeft.”
“Met al deze prikkels is het lastig om in het hier en nu te blijven”, vertelt Geraerts aan het publiek. “Alle processen die diepte, aandacht en reflectie vereisen lijden hieronder.” Volgens haar ligt de oplossing in het teruggrijpen van focus. Dat moeten we misschien stukje bij beetje doen, want het is onmogelijk om met onze korte aandachtspanne opeens weer uren te focussen. Doe dat in brokjes van tien minuten en bouw steeds verder op. Dat betekent dat we tijd moeten pakken om de grote klussen weer te prioriteren. Een van haar tips is om een aandachtsritueel te starten. Iets wat uniek is en waarmee je je brein conditioneert om in een focusmodus te raken. Als voorbeeld haalt ze aan dat ze zelf voor ze begint aan grote taken elke keer opnieuw Take This Waltz van Leonard Cohen opzet. Na een tijdje legt het brein de associatie met het ritueel en de start van een modus waarin je aan een grote taak gaat werken.
Een andere tip is om je niet te laten afleiden gedurende de focustijd en de dag te beginnen met juist de moeilijke, grote taak. “Als je jaagt op olifanten, laat je dan niet afleiden door konijnen. De olifant staat hier voor de prioriteit die je met honderd procent moet najagen en het konijn is alles wat je daarvan weghoudt, zoals e-mails. Hoe start jij je dag? Ik durf te wedden met het openen van je konijnenhok. We beginnen graag met de makkelijke konijnen, zodat we deze taken van onze todo-lijst kunnen afstrepen. Als de olifant eindelijk in zicht is, is het bijna lunchtijd. En na de lunch springen er nieuwe konijnen tevoorschijn. De logsiche reactie? ‘Ik doe de olifant morgen wel.’ Maar dan start je de dag toch weer met je konijnenhok”’ Dus een tweede tip: begin de dag met een olifant, zegt ze.
Lees ook: Meebewegen met de permacrisis: hoe kom je los van de waan van de dag?
Wat is het ons waard?
Dus als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg. Ook filosoof Karim Benammar betoogt we anders moeten handelen. Dat betekent overigens niet dat alles alleen maar minder en slechter wordt. Hij stelt dat aangezien de natuur een groeisysteem bevat gebaseerd op energieverbruik – fotosynthese, calorieën, en wat dies meer zij – er in principe voldoende is, maar dat we er verkeerd gebruik van hebben gemaakt. Bijvoorbeeld door het verbranden van fossiele brandstoffen. “Het probleem is niet dat we minder moeten consumeren, maar dat we anders moeten consumeren en produceren: dit soort energie, dat soort landbouw, et cetera.” De vraag is dan hoe we onze aanpak kunnen veranderen, zegt Benammar.
Zoals we vaak horen op het evenement: beprijzing is een belangrijke factor voor gedragsverandering. Dat is dan ook een gedachte die een van de aanwezige financials aanhaalt na een kort onderling overleg over wat je als controller vandaag nog kunt doen om verandering te bewerkstelligen. “Je kunt dingen gaan beprijzen met de kerngedachte: wat is het ons waard om alleen op deze manier zaken te doen? Het is goed om dat beprijzingsplaatje te maken, want dan weet je wat het je kost. We hebben als Nederlanders een goed brein voor beprijzing en dat zit in de hele manier waarop we naar de wereld kijken: ‘Wat geef ik hier veel tijd aan uit. Wat kost deze relatie me toch een energie.’ Het milieu is een heel makkelijke beprijzing: het kost simpelweg honderd euro per ton CO2. Alles wat je tot onder de ton uitstoot weet te beperken is winst.”
Hij haalt projecten en bedrijven aan die zich richten op carbon capture. Zo is er het Zwitserse bedrijf Climeworks dat CO2 uit de lucht haalt met een groot filtersysteem. Dit is niet nieuw, maar in het verleden werden zulke middelen als te dure technologieën beschouwd. Met de beprijzing van CO2 begint het een aantrekkelijk model te worden. Zogeheten DAC-technologie kostte 1.000 euro per ton, maar is nu al 600 euro per ton. Bovendien passen deze uitgaven beter in nieuwe modellen van bedrijven die duurzaamheid prioriteren. Zo heeft Microsoft als kernambitie om in 2030 CO2-negatief te werken, wat betekent dat het AI- en cloudbedrijf negatieve uitstoot in de boeken kan noteren. Naast het inrichten van energieneutrale datacenters en het inzetten en ontwikkelen van duurzame technieken, koopt Microsoft CO2-opruiming in bij Climeworks om nu al ‘net zero’ te kunnen bereiken.
Lees ook: Filosoof en auteur Karim Benammar: “Wij geven de wereld vorm door alles wat we doen”
Controllers veranderen de wereld
In zijn presentatie vervangt Benammar een artikelkop ‘Accountants change the world’, verwijzend naar hoe uitstoot nu wordt becijferd en verwerkt in de jaarverslaggeving, naar ‘Controllers change the world’. Dat kan de goedkeuring van dagvoorzitter Jeroen Smit wegdragen. “Wie is er wel eens een accountant tegengekomen die de hand bijt die hem voedt?”, vraagt Smit. “Het gaat bij accountants uiteindelijk over geld verdienen”, grapt hij. “Controllers daarentegen kunnen wél doorpakken. Zij gaan de wereld redden.” De filosoof benadrukt dat dit de paradigmaverschuiving is waar we mee te maken hebben: van kosten-baten naar het berekenen van impact. “Dat maakt dat we verschuiven van iemand die het financiële plaatje bewaakt naar iemand die kijkt naar een veel bredere impact”, zegt Benammar. “Beschouw de nieuwe regelgeving niet als ‘meer werk’ maar als ‘meer betekenis in je werk’. Dat geeft energie.”
Bekijk hieronder meer foto’s of klik hier voor de aftermovie van de Nationale Controllersdag 2023.










