De veel gehanteerde term financiële markten is een containerbegrip. De term roept verwarring op. Enige ordening is dan ook behulpzaam.
Uiteenlopende oorzaken zijn aan de verwarring debet. Zo is de aanduiding financiële markten enerzijds een verzamelnaam voor alle markten waar financiële instrumenten en waarden worden verhandeld zoals hypotheken, aandelen, obligaties, valuta’s, commodity’s en derivaten. Anderzijds is het begrip een soortnaam en worden er vermogensmarkten mee bedoeld. Ook de drijfveren om actief te zijn op de financiële markten lopen uiteen. Daarnaast zijn er diverse partijen als professional werkzaam en is de betekenis markt verre van eenduidig. Tot slot is er diversiteit qua prijsvorming. Kortom, tijd om te ordenen.
Lees ook: IMA: vrees financiële professionals voor recessie neemt af
Indeling van de financiële markten
Tot de belangrijkste deelmarkten worden gerekend:
1. De valutamarkt of Forex Market.
2. De kapitaalmarkt.
3. De geldmarkt waarbij er onderscheid is tussen de geldmarkt in enge en in ruime zin.
4. De derivatenmarkt.
5. De commodity – of grondstoffenmarkt.
6. De cryptocurrency markt of digitale valutamarkt.
7. De verzekeringsmarkt.
De nrs. 5, 6 en 7 vallen buiten het bestek van dit artikel.
De discrepantie tussen de valutamarkt (1) en de vermogensmarkt waartoe zowel de kapitaal – als de geldmarkt (2 en 3) behoren, is erg groot.

Een metafoor die het significante verschil tussen valuta – en vermogensmarkt scherp neerzet, is de huizenmarkt. Daarbinnen is een substantieel onderscheid tussen koop – en huurwoningen. Op de koopwoningenmarkt (valutamarkt) wordt de koper eigenaar en op de huurwoningenmarkt (de vermogensmarkt) is de huurder tijdelijk eigenaar. Ook het prijsmechanisme verschilt: voor koopwoningen geldt als prijs de interne waarde van de euro en voor huurwoningen de huur. De kapitaalmarkt als onderdeel van de vermogensmarkt wordt verdeeld in twee segmenten, namelijk in de aandelen – en obligatiemarkt. Het betreft markten waarop waardepapier met een looptijd langer dan een jaar wordt verhandeld. De verschillen zijn:

Op de vermogensmarkt is er niet alleen handel in bestaand waardepapier. Er wordt ook nieuw waardepapier uitgegeven. We spreken dan van primaire vermogensmarkten waarop nieuwe aandelen en obligaties worden geëmitteerd en van secundaire vermogensmarkten waarop bestaand waardepapier wordt verhandeld. Hoe levendiger de secundaire markt, hoe groter de kans op het welslagen van emissies op de primaire markt. Op de geldmarkt worden waardepapieren en kredieten verhandeld met een looptijd korter dan een jaar. Daarbij wordt verschil gemaakt worden tussen de geldmarkt in enge en geldmarkt in ruime zin. Hieronder staan de meest in het oog springende verschillen:

Handelsmotieven financiële markten
Er zijn uiteenlopende motieven om transacties af te sluiten op de financiële markten. Daartoe rekenen we het kort of lang aantrekken en het kort of lang uitzetten van vermogen door respectievelijk tekort – en overschothuishoudingen. Gangbaardere termen voor het aantrekken en uitzetten van vermogen zijn lenen (funding) en beleggen. Andere handelsmotieven zijn hedgen, speculeren en arbitreren. Hedgen is het coveren van toekomstige, onvoordelige prijsveranderingen van bijvoorbeeld aandelen, valuta’s of grondstoffen. Het doel is met het kopen van financiële instrumenten de nadelige gevolgen van toekomstige prijsontwikkelingen in genoemde waarden te compenseren. In dat geval zijn partijen veelal actief op de derivatenmarkt waar instrumenten zoals forwards, futures, opties en swaps worden aangeboden met als doel hedge of profit.
Lees ook: DWS: ECB zal rente ook in september weer verhogen
Speculeren is het volgtijdelijk profiteren van gunstige prijsontwikkelingen op dezelfde markt. Daarbij kan de speculant à la baisse gaan. Dat wil zeggen: profiteren van een toekomstige prijsdaling. Bijvoorbeeld door nu Amerikaanse dollars op termijn te verkopen en deze straks, aan het einde van die termijn, tegen een lagere koers voordelig te kopen. Speculeren à la hausse is anticiperen op een prijsstijging in de toekomst. Dus nu kopen en straks voordelig verkopen.
Arbitreren is een marktactiviteit van vooral professionele partijen waarbij deze gebruikmaken van gelijktijdige prijsverschillen op geografisch gescheiden markten. Bijvoorbeeld op de valutamarkt in Hongkong Amerikaanse dollars kopen en deze direct daarna met winst verkopen op een geografisch gescheiden markt elders. Bijvoorbeeld in Londen. Zo ontstaat prijs- of koersnivellering totdat er prijsevenwicht is, waarna de arbitrage stilvalt. Net zo lang totdat er weer een evenwichtsstoring ontstaat en arbitrage opnieuw op gang komt.
Marktpartijen en handelsplekken
Er zijn diverse professionele partijen werkzaam op de financiële markten. Allereerst zijn op de afdeling Financial Markets van banken specialisten werkzaam als traders en salesmen. Traders handelen voor rekening en risico van een bank. Zij nemen namens de bank posities in allerlei financiële instrumenten in. Met als oogmerk het genereren van winst. We spreken dan van proprietary trading. Salesmen daarentegen adviseren klanten en sluiten namens hen transacties af zonder zelf risico te lopen. Traders en salesmen zijn de experts van de dealing rooms van banken. Met deze transacties zijn partijen actief op de over-the-counter-market. Een OTC-markt is een onderhandse of maatwerkmarkt waarbij de marketuser (de klant) en de marketmaker (meestal een bank) tot een deal komen.
Lees ook: Federal Reserve neemt waarschijnlijk pauze bij renteverhogingen
Alternatief voor OTC-transacties zijn de gestandaardiseerde transacties via de beurs. Dit is een marktplaats waar onder streng toezicht en volgens uniforme regels valuta’s, waardepapier en derivaten worden verhandeld. Deze marktplaatsen zijn allang geen fysieke marktvloeren meer maar moderne computersystemen annex digitale platformen. Daar kunnen partijen inloggen en aangeven tegen welke prijs en voor welk volume zij aan transacties willen afsluiten. De prijzen of koersen worden op basis van vraag en aanbod berekend.
Transacties op de beurs kunnen alleen afgesloten worden door partijen die door de beursonderneming zijn toegelaten tot de beursvloer. Zij worden members genoemd. Denk aan brokers en dealers. Brokers verrichten in opdracht van andere, niet aangesloten partijen transacties. De meeste banken zijn broker. Net als gespecialiseerde financiële instellingen als Binck en Alex. Naast brokers zijn er dealers die op de beurs actief zijn voor eigen rekening en risico. Ook is er op de beurs een central counterparty werkzaam. De CCP is een intermediair die tussen koper en verkoper staat. De handelende partijen hebben dus geen contact met elkaar. De clearing members zorgen ervoor dat de transactie tussen CCP en klant correct wordt afgewikkeld.
Op de OTC-markt is een sterke tendens waarneembaar naar handel via digitale handelssystemen. Daartoe worden onder meer gerekend Reuters en Electronic Broking Services. Omdat OTC-handel niet gestandaardiseerd is, is deze vorm van handel omvangrijker dan die via de beurs. Alhoewel de administratieve rompslomp bij maatwerktransacties door market users als een steeds grotere tijdverslinder wordt ervaren.
Lees ook: Finance week: financiële markten scherp op onderhandelingen schuldenplafond VS
Prijsvorming op de financiële markten
De prijzen, zoals koersen en rentes, op de financiële markten zijn beweeglijk. Zij komen tot stand door het vrije mechanisme van vraag en aanbod. Hierbij spelen macro-economische factoren, psychologie, monetair-politieke factoren en voorspellingen op basis van historische gegevens een belangrijke rol. Toch zien we dat monetaire autoriteiten de koersvorming op sommige deelmarkten beïnvloeden. Bijvoorbeeld in zeer sterke mate op de geldmarkt in enge zin en in mindere mate op de valutamarkt via valuta-interventies. Ook op de effectenbeurs, de gestandaardiseerde aandelen – en obligatiemarkten, leggen beursautoriteiten de vrije werking van koersen soms aan banden. Niet altijd zichtbaar is de invloed van banken op prijsmechanismes.
Dit artikel is verschenen in cm: 2023, afl. 6
Lees ook
“Beleef plezier aan de digitale transformatie”
Zeven op tien bestuurders hebben onvoldoende kennis om management op duurzaamheid te controleren