
Andere werkwijzen kunnen leiden tot een beter resultaat. Kijk ook naar wat eerst niet kon, maar nu misschien wel en leer van de Fosburry Flop.
In maart dit jaar overleed de legendarische Olympisch atleet Dick Fosburry. Zijn naam gaat de geschiedenisboeken in als de ‘uitvinder’ van de Fosburry Flop. Deze vermelding is zowel terecht als onterecht. Hoe zit dit? En vooral: hoe kunt u deze inzichten toepassen om zelf een grote sprong te maken in uw organisatie? Mocht u nog nooit van de Fosburry Flop gehoord hebben: het is een hoogspringtechniek. Sterker nog, tegenwoordig is het dé techniek voor hoogspringers. Maar dat was het niet. Het is namelijk een springtechniek die er wat raar uitziet. Immers, je springt namelijk achterstevoren.
Anders springen
De legende gaat dat de man die de sprong bekendmaakte bij het grote publiek, Dick Fosbury, door collega’s, vakpers en het publiek werd uitgelachen vanwege het gebruik van deze ‘gekke’ techniek. Dat gelach sloeg echter al snel om in verbazing en applaus toen hij op de Olympische Spelen van 1968 in Mexico City een gouden plak wist te halen. In innovatiemanagement staat de Fosbury Flop daarom symbool voor de paradigm shift. Doormiddel van het gebruiken van een andere werk- of denkwijze veel betere prestaties bereiken. Dick Fosburry dacht niet aan harder springen, maar aan anders springen. Zo bracht hij de sport letterlijk tot nieuwe hoogten.
Er is alleen één belangrijk feit dat de legende Fosbury Flop niet vertelt… De Fosbury Flop was namelijk niet nieuw. De achterwaartse sprong was al jarenlang bekend. Het was ook bekend dat men hier hoger mee kon springen. Er was alleen één probleem. De sprong was te gevaarlijk. Voorheen landde men bij zulke sprongen in een zandbak. De achterwaartse sprong had daarmee een hoger risico op blessures. Pas na de introductie van matten van foam werd de achterwaartse sprong een mogelijkheid. De achterwaartse sprong bestond al lang, maar door een verandering van materialen werd de techniek opeens bruikbaar. Het was uiteindelijk Dick Fosburry die de potentie ervan herontdekte en uiteindelijk er met de winst vandoor ging.
Misschien kan het nu wel?
De les is dus niet alleen: andere werkwijzen kunnen leiden tot betere resultaten. De les is ook: kijk wat eerst niet kon, misschien kan het nu wel. Zo was het opzetten van een concurrent voor de wegenwachtservice van de ANWB vroeger zo goed als onmogelijk zonder enorme investeringen te maken in netwerk van telefoonpalen langs snelwegen. Met de opkomst van de mobiele telefoon viel dit voordeel weg en kon het opeens wel. Andersom kan natuurlijk ook. Soms ligt de techniek al jaren op de plank, maar zijn de randvoorwaarden nog niet aanwezig. Zo introduceerde Albert Hein de zelfscankassa al in 1988. Pas vandaag de dag zijn de randvoorwaarden aanwezig zoals hogere loonkosten, touchscreens en de zelfstandigheid van de klant. Nu pas wordt de technologie massaal uitgerold.
De kansen liggen voor het oprapen. Loop eens door oude notulen van een tijd geleden. Blader door het innovatiekatern van oude vakbladen. Welke ideeën waren toen interessant maar onuitvoerbaar? Met een beetje geluk zijn de rare plannen van toen, met de techniek van vandaag, een interessant voorstel voor het managementteamoverleg van morgen.
Job ten Bosch (MscBA, ing.) is expert op het gebied van gedrag en persoonlijke ontwikkeling. Als directeur bij trainingsbureau Debatrix ontwikkelde hij succesvolle technieken om nieuwe vaardigheden toe te voegen aan je dagelijkse routine en helpt hij professionals om de gewenste cultuur om te zetten in concreet gedrag.